Hoe spijsvertering onze gezondheid beïnvloedt

Hoe spijsvertering onze gezondheid beïnvloedt

Inleiding

In ons lichaam is het spijsverteringssysteem verantwoordelijk voor het verwerken van voedsel. Het zorgt ervoor dat de stoffen die nuttig zijn voor het lichaam vrijkomen uit het voedsel, zodat het lichaam deze stoffen kan opnemen en gebruiken.

Er is een wisselwerking tussen de spijsvertering en de algehele gezondheid. Aan de ene kant zorgen een evenwichtige darmflora en gezonde darmen voor een betere spijsvertering. Aan de andere kant is een goede spijsvertering ook belangrijk zodat ons lichaam voldoende voedingsstoffen op kan nemen, waardoor de spijsvertering bijvoorbeeld bijdraagt aan een goede weerstand.

De darmflora is een gemeenschap van heel veel verschillende soorten micro-organismen, zoals bacteriën, die in onze darmen wonen. Hoewel we het vaak hebben over “gezonde darmflora”, zijn wetenschappers het tot op heden niet eens wat daar precies mee wordt bedoeld. Wat een gezonde darmflora is voor een baby, is bijvoorbeeld iets anders dan een gezonde darmflora voor een volwassene. Als we het hebben over de samenstelling van iemands darmflora, hebben we het over de verschillende micro-organismen die leven in de darmen van deze persoon. De samenstelling van de darmflora wordt beïnvloed door tal van factoren, zoals je algehele gezondheid, voedingspatroon, medicijngebruik en genetische aanleg. Verder is het duidelijk dat er een wisselwerking is tussen de spijsvertering en de darmflora: een gezonde darmflora zorgt voor een goede spijsvertering, en andersom.

Spijsvertering

Spijsvertering betekent letterlijk ‘het verteren van spijs’, waarbij ‘spijs’ een verouderd woord is voor ‘eten’. De spijsvertering is dus het geheel van processen waarmee je lichaam eten verwerkt.  

De spijsvertering begint in je mond. Je begint het eten te verwerken, door het te kauwen. Tijdens het kauwen, wordt het eten fijngemalen en gemengd met speeksel. Het speeksel zorgt ervoor dat het fijnmalen van het eten makkelijker gaat en dat je het kunt doorslikken.

In de mond begint ook de chemische verwerking van de voedingsstoffen in het voedsel. Speeksel bevat enzymen: dit zijn bepaalde eiwitten die helpen bij het verwerken van stoffen. Zo bevat speeksel een enzym dat zetmeel (lange strengen van suikers) in kleinere stukjes knipt. Dit zorgt ervoor dat, verderop in het spijsverteringsstelsel, de suikers gemakkelijker kunnen worden vrijgesteld.

Wanneer je het voedsel voldoende fijngekauwd hebt, kun je het doorslikken. Het voedsel gaat dan via de slokdarm naar je maag. In je maag komt het voedsel in contact met sterke zuren (maagzuur) en andere enzymen, die het voedsel nog verder afbreken. Bij deze afbraak komen de voedingsstoffen vrij uit het eten.

Na de maag gaan de voedingsstoffen naar de dunne darm, waar het meeste van deze stoffen worden opgenomen. Om zoveel mogelijk voedingsstoffen uit het voedsel te kunnen halen, heeft de darmwand kleine uitsteeksels, die “darmvlokken” worden genoemd. De darmvlokken zorgen ervoor dat er een groot oppervlak is, waar de opname van voedingsstoffen kan plaatsvinden. De voedingsstoffen die de darmwand opneemt, worden doorgegeven aan het bloed. Het bloed vervoert de voedingsstoffen vervolgens door heel het lichaam. 

Wat niet door de dunne darm kan worden opgenomen, gaat verder naar de dikke darm. In de dikke darm wordt vooral water opgenomen. Wat overblijft, is de ontlasting (poep), die uiteindelijk het lichaam verlaat.

In het kort is spijsvertering dus het proces waarbij voedsel door het spijsverteringssysteem passeert, en waarbij het lichaam de voedingsstoffen opneemt die het nodig heeft om gezond te blijven.

Verstoorde spijsvertering

Soms raakt de spijsvertering verstoord. Een verstoring van de spijsvertering kan bijvoorbeeld optreden door een darmontsteking, zoals bij de ziekte van Crohn of ulceratieve colitis. Een ander voorbeeld is een verstoorde spijsvertering door gluten-intolerantie. Een verstoorde spijsvertering resulteert in ongemakken ter hoogte van de maag en darmen, zoals buikpijn, misselijkheid of diarree. Soms treden ook ontstekingen in de darmen op, wat op zijn beurt zorgt voor een verminderde opname van voedingsstoffen. 

Spijsverteringsenzymen

Voor een goede spijsvertering zijn spijsverteringsenzymen nodig. Spijsverteringsenzymen zijn eiwitten die ons lichaam zelf aanmaakt om bestanddelen van het voedsel af te breken in kleinere stoffen. Deze kleinere stoffen kunnen door het lichaam opgenomen worden.


De enzymen worden aangemaakt door verschillende organen in het spijsverteringsstelsel, waaronder de alvleesklier, maag, dunne darm en speekselklieren. De drie bekendste spijsverteringsenzymen zijn amylase, protease en lipase. Deze enzymen breken koolhydraten, eiwitten en vetten af tot kleinere stoffen, die dan kunnen worden opgenomen door de dunne darmwand. De darmwand geeft deze stoffen vervolgens door aan het bloed. 

Als je lichaam te weinig spijsverteringsenzymen aanmaakt, kan dit leiden tot spijsverteringsproblemen. Enkele klachten die vaak optreden bij spijsverteringsproblemen zijn  een opgeblazen gevoel, winderigheid, buikpijn, problemen met naar het toilet gaan en vermoeidheid. Een tekort aan spijsverteringsenzymen kan verschillende oorzaken hebben, zoals een verminderde aanmaak, een verstoorde darmflora of een ziekte van het spijsverteringsstelsel. Bij een tekort aan spijsverteringsenzymen kunnen de klachten soms verholpen worden door spijsverteringsenzymen in te nemen in de vorm van een supplement.

Lactose-intolerantie

Een bekend voorbeeld van een spijsverteringsstoornis die ontstaat door een tekort aan een bepaald verteringsenzym, is lactose-intolerantie. Lactose-intolerantie treedt namelijk op wanneer het lichaam niet genoeg van het enzym lactase aanmaakt om lactose af te breken. Lactose is een suiker dat aanwezig is in melk en zuivelproducten. Lactase is het enzym dat lactose helpt verwerken: het splitst lactose in kleinere suikermoleculen, die het lichaam gemakkelijk kan opnemen.

Bij mensen met lactose-intolerantie is er een tekort aan lactase, waardoor lactose onverteerd door de dunne darm gaat en de dikke darm bereikt. In de dikke darm wordt lactose verwerkt  door darmbacteriën, die het omzetten in gas en zuren. Dit zorgt voor ongemakken, zoals buikpijn, een opgeblazen gevoel en winderigheid, en diarree.

Darmflora

Zoals we hierboven al hebben aangehaald, is de darmflora de gemeenschap van micro-organismen die in onze darmen leven. We hebben het hier vooral over bacteriën, waarvan de overgrote meerderheid geen schadelijke effecten op ons heeft. Sterker nog, het merendeel van deze bacteriën heeft zelfs gunstige effecten op onze gezondheid.

Zoals we hierboven al hebben aangehaald, is er een wisselwerking tussen de darmflora en de spijsvertering. Voor een goede spijsvertering is een gezonde darmflora belangrijk. Het probleem is dat we niet precies weten wat een gezonde darmflora is. We weten wel dat diversiteit een belangrijk kenmerk is van een gezonde darmflora. In de darmflora willen we dus veel verschillende soorten bacteriën zien, die elkaar in evenwicht houden en samenwerken met elkaar en met ons lichaam om de darmen gezond te houden en te zorgen voor een goede spijsvertering. Wetenschappers hebben een grote diversiteit in de darmflora in verband gebracht met een goede gezondheid en een lager risico op ziekten [1].

Met ons voedingspatroon hebben we een invloed op onze darmflora. We bevorderen de gezondheid van onze darmflora met een voedingspatroon dat rijk is aan vezels, groenten, fruit, volle granen en gefermenteerde voedingsmiddelen, zoals yoghurt en kimchi. Andersom is een voedingspatroon met veel suiker en bewerkte voedingsmiddelen juist ongunstig voor de darmflora. De darmflora wordt niet alleen beïnvloed door ons voedingspatroon: zo zijn stress en bepaalde medicijnen ook schadelijk voor de darmflora. Je kunt meer hierover lezen in ons artikel over darmflora en antibiotica.

Voeding voor een gezonde spijsvertering

In 2019 deden wetenschappers [2] onderzoek naar het effect van voedingsbestanddelen op de samenstelling en diversiteit van de darmflora. Zij merkten op dat een voedingspatroon met veel dierlijke eiwitten, verzadigd vet, suiker en zout de groei van schadelijke bacteriën uitlokt. Een voedingspatroon met complexe koolhydraten en plantaardige eiwitten stimuleerde daarentegen juist de groei van gunstige bacteriën. Verder zagen de wetenschappers dat het Westerse voedingspatroon, met veel additieven, kan leiden tot een verstoring van de darmflora (“dysbiose” genoemd) en een verhoogd risico op chronische ziekten. Het vermijden van deze additieven vermindert de klachten, maar de langetermijneffecten op de darmflora zijn nog onbekend.

In het onderzoek kwam het mediterrane voedingspatroon gunstiger naar voren. Dit voedingspatroon verschilt van het Westerse voedingspatroon doordat het minder bewerkte, meer verse voedingsmiddelen gebruikt, minder zout en meer olijfolie in plaats van boter. Het mediterrane voedingspatroon zorgde in het onderzoek voor een betere darmflora en een kleiner risico op ziekten.

De darmflora bij ziekenhuispatiënten

Tegenwoordig wordt meer en meer duidelijk hoe belangrijk de darmflora is voor onze algehele gezondheid. Bij ziekte personen is een gezonde darmflora extra belangrijk. Daarom onderzochten wetenschappers in 2020 [3] veranderingen in de darmflora bij patiënten op de intensive care unit (ICU). De wetenschappers merkten op dat er noemenswaardige veranderingen optraden in de samenstelling van hun darmflora tijdens hun verblijf op de ICU. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis was er een toename van potentiële ziekteverwekkende darmbacteriën en een afname van de diversiteit van de darmflora. Hoe langer het verblijf in het ziekenhuis, hoe meer uitgesproken deze effecten op de darmflora waren. In de meeste gevallen herstelde de darmflora van de patiënten zich grotendeels naar de oorspronkelijke samenstelling, na het ontslag uit het ziekenhuis.

De onderzoekers geven geen verklaring voor dit negatieve effect van ziekenhuisverblijf op de darmflora. Mogelijke oorzaken waar wij aan denken, zijn bijvoorbeeld: 

  • blootstelling aan een omgeving met veel ziekteverwekkende bacteriën (ziekenhuisbacteriën);
  • Veranderd voedingspatroon en ziekenhuiseten;
  • Veranderde lichamelijke activiteit en bedlegerigheid.
  • Stress rond de operaties. 

We willen wetenschappers oproepen om hier meer onderzoek naar te doen. Mogelijk kan een gezonde darmflora bijdragen aan een beter herstel van patiënten die verblijven in het ziekenhuis. Door te achterhalen wat de oorzaken zijn van een slechte ontwikkeling van de darmflora tijdens het verblijf in het ziekenhuis, kunnen we deze oorzaken wegnemen met bijvoorbeeld hygiëne-maatregelen of een betere afstemming van het voedingspatroon.

Aanbevelingen 

Voor mensen die streven naar een gezonde darmflora en een goede spijsvertering, hebben we verschillende aanbevelingen:

  • Verhoog de inname van vezelrijk voedsel, zoals groenten, fruit, volle granen, peulvruchten, noten en zaden.
  • Eet gefermenteerde voedingsmiddelen zoals yoghurt, kefir, zuurkool, kimchi en gefermenteerde groenten.
  • Beperk dierlijke eiwitten, verzadigde vetten, suiker en zout in je voedingspatroon.
  • Volg een mediterraan voedingspatroon. Het mediterrane dieet is rijk aan groenten, fruit, volle granen, vis en noten. Gebruik olijfolie in plaats van boter. Breng je eten op smaak met kruiden in plaats van zout.
  • Vermijd overmatig gebruik van antibiotica. Gebruik antibiotica alleen wanneer ze strikt noodzakelijk zijn en volg altijd de aanwijzingen van je arts op.
  • Beperk stress: Langdurige stress kan de darmfunctie beïnvloeden en het risico op spijsverteringsproblemen verhogen. Probeer stress te verminderen door ontspanningstechnieken zoals meditatie, yoga of diepe ademhalingsoefeningen toe te passen [4].

Besluit 

In dit artikel zijn we ingegaan op de spijsvertering. We hebben gezien hoe de spijsvertering samenhangt met de algehele gezondheid en hebben gezien welke belangrijke rol de darmflora hierbij speelt. We sloten af met praktische aanbevelingen hoe je met je voedingspatroon je darmgezondheid een steuntje in de rug kunt geven.

Bronnen 

  1. Spragge, F., Bakkeren, E., Jahn, M. T., Araújo, E., Pearson, C., Wang, X., Pankhurst, L., Cunrath, O., & Foster, K. R. (2023). Microbiome diversity protects against pathogens by nutrient blocking. Science, 382(6676). https://doi.org/10.1126/science.adj3502
  2. Rinninella, E., Cintoni, M., Raoul, P., Lopetuso, L. R., Scaldaferri, F., Pulcini, G., Miggiano, G. A. D., Gasbarrini, A., & Mele, M. C. (2019). Food components and dietary habits: keys for a healthy gut microbiota composition. Nutrients, 11(10), 2393. https://doi.org/10.3390/nu11102393
  3. Aardema, H., Lisotto, P., Kurilshikov, A., Diepeveen, J. R. J., Friedrich, A., Sinha, B., De Smet, A. M. G. A., & Harmsen, H. J. M. (2020). Marked changes in gut microbiota in Cardio-Surgical Intensive Care patients: a Longitudinal cohort study. Frontiers in Cellular and Infection Microbiology, 9. https://doi.org/10.3389/fcimb.2019.00467
  4. Madison, A. A. (2019). Stress, depression, diet, and the gut microbiota: human–bacteria interactions at the core of psychoneuroimmunology and nutrition. Current Opinion in Behavioral Sciences, 28, 105–110. https://doi.org/10.1016/j.cobeha.2019.01.011
Terug naar blog