Inflammatoire darmziekten

Inflammatoire darmziekten

Inleiding

Het menselijk spijsverteringsstelsel belangrijk onderdeel van ons lichaam, dat verantwoordelijk is voor het verwerken van voedsel en het absorberen (opnemen) van voedingsstoffen. Soms kan de werking van het spijsverteringsstelsel echter verstoord worden door aandoeningen zoals inflammatoire darmziekten. Inflammatoire darmziekten worden gekenmerkt door chronische ontstekingen van het darmkanaal. De ziekte kent vaak een wisselend verloop: periodes met klachten en ernstige ziekteactiviteit (ziekte opstoot) worden afgewisseld met periodes zonder klachten en weinig ziekteactiviteit (ziekte remissie). Er bestaan twee vormen: de ziekte van Crohn en ulceratieve colitis.

In de afgelopen 50 jaar is het aantal mensen met inflammatoire darmziekten in Westerse landen traag toegenomen. Momenteel lijden ongeveer 120 à 200 mensen op de 100.000 aan inflammatoire darmziekten [1].

De chronische ontstekingen zijn duidelijk schadelijk voor de gezondheid van mensen met inflammatoire darmziekten. Zo leidt het vaak tot ziekteverzuim en moeten patiënten vaak grote aanpassingen in hun levensstijl doen. Goede behandelingen en een goede opvolging is dus belangrijk voor mensen met inflammatoire darmziekte [2].

Inflammatoire darmziekten

Zoals we zojuist al hebben aangehaald, zijn er twee verschillende soorten inflammatoire darmaandoeningen. Hoewel de ziekte van Crohn en ulceratieve colitis op elkaar lijken, zijn er ook duidelijke verschillen. Zo is er een belangrijk verschil in de plaats en de hevigheid van de ontstekingen:

  • Plaats: Bij ulceratieve colitis zijn de ontstekingen alleen gelegen in de dikke darm. Bij de ziekte van Crohn kunnen ontstekingen elk deel van het spijsverteringsstelsel aantasten, van de mond tot de anus. Bij de ziekte van Crohn kunnen ontstoken en gezonde delen elkaar afwisselen, terwijl bij ulceratieve colitis de ontsteking meestal één ononderbroken stuk is.
  • Hevigheid: Bij ulceratieve colitis blijft de ontsteking meestal beperkt tot het oppervlak van de darmwand. Bij de ziekte van Crohn zijn de ontstekingen heviger, in de zin dat ze vanaf het oppervlak doordringen in de onderliggende weefsels. De schade aan de onderliggende weefsels kan op zijn beurt voor bijkomende klachten zorgen, zoals vernauwingen in de darmen.

Wat veroorzaakt inflammatoire darmziekten?

Wetenschappers weten nog niet goed wat inflammatoire darmaandoeningen veroorzaakt. Het is duidelijk dat bij deze aandoeningen het immuunsysteem overdreven reageert op lichaamseigen structuren, maar we weten niet goed waarom het immuunsysteem dit doet.

In de afgelopen jaren hebben wetenschappers veel onderzoek gedaan om de oorzaak van inflammatoire darmziekten te achterhalen. Wetenschappers denken dat een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren een rol speelt bij het ontstaan van deze ziekten. Zo zijn er bepaalde genen die je meer vatbaar kunnen maken. Bij omgevingsfactoren denken we bijvoorbeeld aan bepaalde darmbacteriën, die een hoger risico zouden kunnen geven op inflammatoire darmziekten. Bij de combinatie van genen die ons vatbaar maken en darmbacteriën die het risico vergroten, raakt het immuunsysteem in de darmen verstoort en kan een inflammatoire darmziekte ontstaan.

Verschillende omgevingsfactoren, zoals roken, blindedarmontsteking, sommige soorten van “de pil” (om niet zwanger te worden), voeding, borstvoeding, infecties, medicijnen tegen besmettingen, darmwormen en hygiëne in de kindertijd, worden door wetenschappers in verband gebracht met het stijgend aantal mensen met een inflammatoire darmaandoening. Verschillende onderzoeken schuiven roken naar voren als een belangrijke risicofactor [3]. We kunnen het ontstaan van een inflammatoire darmaandoening echter altijd slechts gedeeltelijk verklaren aan de hand van risicofactoren, wat betekent dat genetische factoren ook een rol spelen.

De schuld van het Westerse voedingspatroon?

In een onderzoek uit 2017 [4] toonden wetenschappers aan dat er een verband is tussen het Westerse voedingspatroon en een verhoogd risico op overgewicht en obesitas (een mate van overgewicht die gepaard gaat met serieuze gezondheidsrisico’s). Het Westerse voedingspatroon staat bekend om een overmaat aan bewerkte koolhydraten (zoals witte bloem en witte rijst), veel suiker, verzadigd vet, rood vlees, zuivel en sterk bewerkte voedingsmiddelen. Tegelijkertijd eten mensen hier vaak te weinig groenten, fruit, peulvruchten, volkoren granen en vezels. Hierdoor hebben mensen in het Westen vaker te maken met overgewicht [5].

In een eerder onderzoek [6] werd al aangetoond dat de ziekte van Crohn vaak in verband kan worden gebracht met overgewicht en obesitas. Naar schatting heeft ongeveer 40% van de mensen met de ziekte van Crohn overgewicht of obesitas. Ook is er een sterk verband tussen de ziekte van Crohn en mensen die overgewicht hadden in hun kindertijd [7].

Meer recente onderzoeken [8-10] laten zien dat het Westerse voedingspatroon gepaard gaat met een afname van de diversiteit van onze darmflora. Op zijn beurt vergroot dit het risico op een inflammatoire darmaandoening en andere veelvoorkomende aandoeningen. Deze onderzoeken laten ook zien dat voedingspatronen die rijk zijn aan plantaardig voedsel en voedingsvezels, juist in verband kunnen worden gebracht met een toename van de diversiteit van onze darmflora, wat tal van gunstige gezondheidseffecten heeft. Ook voldoende lichaamsbeweging in de kindertijd lijkt te beschermen tegen de ziekte van Crohn [11].

Een rol weggelegd voor vitamine D?

Verschillende wetenschappers [11,12-15] hebben een verband gelegd tussen vitamine D en inflammatoire darmaandoeningen. Vitamine D is een vitamine waar veel mensen een tekort aan hebben. We kennen vitamine D als het vitamine dat we “uit zonlicht halen”: in feite is het een vitamine dat onze huid aanmaakt als we in de zon komen. Hierdoor hebben mensen zeker in de winter risico op een vitamine D-tekort.

Vitamine D is belangrijk voor de opname van calcium uit ons eten, en zorgt op die manier voor stevige botten. Mensen met inflammatoire darmaandoeningen worden vaak behandeld met corticosteroïden, die de werking van vitamine D tegengaan [12,13]. Hierdoor hebben deze mensen een groter risico op botbreuken [11].

Voor mensen met een inflammatoire darmaandoening is vitamine D echter om nog meer redenen belangrijk. In een Scandinavisch onderzoek [14] toonden wetenschappers aan dat mensen met een inflammatoire darmaandoening, die een vitamine D-supplement gebruikten, langere periodes hadden waarin zij geen klachten van de darmaandoening hadden.

Deze onderzoeken benadrukken dat het voor mensen met een inflammatoire darmaandoening belangrijk is om een vitamine D-tekort te vermijden. Voor hen is dit niet alleen een algemene gezondheidsmaatregel; het kan er ook aan bijdragen dat je langer klachtenvrije periodes hebt.

Welke klachten heb je bij een inflammatoire darmziekte?

Welke klachten je ervaart bij een inflammatoire darmziekte, hangt af van het soort dat je hebt. Mensen met ulceratieve colitis hebben vaak last van pijn linksonder in de buik, diarree, gewichtsverlies en bloedverlies via de anus. Mensen met de ziekte van Crohn hebben dan juist last van pijn in de rechteronderbuik en minder vaak last van bloedverlies via de anus; zij hebben wel vaker te maken met verstoppingen, door een zwelling van de darmwand [16].

Hoe worden inflammatoire darmziekten behandeld?

Als je te maken hebt met een inflammatoire darmziekte, kan dit op verschillende manieren behandeld worden. Er bestaan verschillende medicijnen die gebruikt worden bij deze ziektes, zoals corticosteroïden en bepaalde soorten antistoffen. Beide werken op een bepaalde manier in op de ontsteking. Soms is een operatie nodig, waarbij een arts beschadigde stukken van de darmen weghaalt. Als je denkt dat je een inflammatoire darmaandoening hebt, raden we je aan om hierover met een arts te praten. De arts bekijkt dan wat voor jou de beste behandeling zou zijn. 

Aanbevelingen

Mensen met een inflammatoire darmaandoening hebben een hoger risico op ondervoeding. Dit komt doordat hun darmen niet goed kunnen werken en dus niet goed voedingsstoffen uit voedsel kunnen opnemen.

Het algemene voedingsadvies dat wij geven bij inflammatoire darmaandoeningen, draait om het ondersteunen van de “goede” darmbacteriën. We moeten dan ook oppassen met het Westerse voedingspatroon en zorgen dat we niet te veel bewerkte koolhydraten, verzadigd vet, rood vlees en sterk bewerkte voedingsmiddelen eten. Een voedingspatroon dat rijk is aan vezels en plantaardige voedingsmiddelen heeft dan juist gunstige effecten op onze “goede” darmbacteriën, die het risico op ontstekingsziekte helpen verminderen.

Veel mensen met een inflammatoire darmaandoening hebben een tekort aan vitamine D. We weten niet goed wat hier de oorzaak en wat het gevolg is, maar dat maakt eigenlijk niet uit. We weten wel dat bij patiënten met een vitamine D-tekort, vaak meer last hebben van de inflammatoire darmaandoening. Alleen al daarom is het nuttig om een vitamine D-supplement te gebruiken.

Naast ons voedingspatroon zijn nog andere aspecten van onze levensstijl belangrijk. Het is belangrijk om een gezond gewicht te behouden: als je te zwaar bent, is het nuttig om af te vallen. Voor het behoud van een gezond gewicht raden we niet alleen een gezond voedingspatroon aan, maar ook regelmatige lichaamsbeweging.  

We moeten wel opmerken dat de aanbevelingen hierboven algemene adviezen zijn. Bij een inflammatoire darmaandoening is het belangrijk om persoonlijk voedingsadvies te krijgen, dat is afgestemd op jouw persoonlijke behoeften en klachten. Daarom raden we je aan om hierover met een diëtist te praten die ervaring heeft in het begeleiden van patiënten met een inflammatoire darmaandoening. Een diëtist kan een persoonlijk voedingsplan voor je opstellen.

Tot slot willen we meegeven dat als een arts op jonge leeftijd een inflammatoire darmaandoening bij je kind vaststelt, het belangrijk is om je kind te laten opvolgen. We moeten bijvoorbeeld in de gaten houden of het kind wel genoeg groeit en of de ontwikkeling in de puberteit goed verloopt. Als dit niet het geval is, kan dat een teken zijn dat het kind niet genoeg voedingsstoffen kan opnemen; dan is het soms nodig om bij te sturen met bijvoorbeeld een vitamine-supplement of met medicijnen.  

Besluit

In dit artikel zijn we ingegaan op de inflammatoire darmaandoeningen; de ziekte van Crohn en ulceratieve colitis. We hebben gezien dat deze aandoeningen mensen in Westerse landen de laatste jaren vaker met deze ziektes te maken krijgen en dat verschillende factoren kunnen bijdragen aan het risico op deze ziektes. Factoren waar we bij stil hebben gestaan, zijn het Westerse voedingspatroon en de levensstijl. We sloten het artikel af met een algemeen voedingsadvies bij inflammatoire darmaandoeningen, maar benadrukken dat voedingsadvies bij een inflammatoire darmaandoening steeds moet worden afgestemd op je persoonlijke behoeften en klachten: hiervoor kun je praten met een diëtist die ervaring heeft met patiënten met een inflammatoire darmaandoening.

Bronnen

  1. Cosnes, J., Gower–Rousseau, C., Seksik, P., & Cortot, A. (2011). Epidemiology and natural history of inflammatory bowel diseases. Gastroenterology, 140(6), 1785-1794.e4. https://doi.org/10.1053/j.gastro.2011.01.055
  1. Card, T., Hubbard, R., & Logan, R. F. (2003). Mortality in inflammatory bowel disease: a population-based cohort study. Gastroenterology, 125(6), 1583–1590. https://doi.org/10.1053/j.gastro.2003.09.029
  1. Molodecky NA, Kaplan GG. Environmental risk factors for inflammatory bowel disease. Gastroenterol Hepatol (N Y). 2010 May;6(5):339-46. PMID: 20567592; PMCID: PMC2886488.
  1. Mu M, Xu LF, Hu D, Wu J, Bai MJ. Dietary Patterns and Overweight/Obesity: A Review Article. Iran J Public Health. 2017 Jul;46(7):869-876. PMID: 28845396; PMCID: PMC5563867.
  1. Reif, S., Klein, I., Lubin, F., Farbstein, M., Hallak, A., & Gilat, T. (1997). Pre-illness dietary factors in inflammatory bowel disease. Gut, 40(6), 754–760. https://doi.org/10.1136/gut.40.6.754
  1. Suibhne, T. N., Raftery, T., McMahon, O., Walsh, C., O’Moráin, C., & O’Sullivan, M. (2013). High prevalence of overweight and obesity in adults with Crohn’s Disease: Associations with disease and lifestyle factors. Journal of Crohn’s and Colitis, 7(7), e241–e248. https://doi.org/10.1016/j.crohns.2012.09.009
  1. Lautenschläger, S., Barry, M. P., Rogler, G., Biedermann, L., Schreiner, P., Siebenhüner, A., Abdelrahman, K., Ademi, G., Aepli, P., Thomas, A., Anderegg, C., Antonino, A., Archanioti, E., Arrigoni, E., De Jong, D. B., Balsiger, B. M., Bastürk, P., Bauerfeind, P., Becocci, A., . . . Zimmermann, D. (2023). Lifestyle factors associated with inflammatory bowel disease: data from the Swiss IBD Cohort study. BMC Gastroenterology, 23(1). https://doi.org/10.1186/s12876-023-02692-9
  1. Singh RK, Chang HW, Yan D, Lee KM, Ucmak D, Wong K, Abrouk M, Farahnik B, Nakamura M, Zhu TH, Bhutani T, Liao W. Influence of diet on the gut microbiome and implications for human health. J Transl Med. 2017 Apr 8;15(1):73. doi: 10.1186/s12967-017-1175-y. PMID: 28388917; PMCID: PMC5385025.
  1. Sonnenburg, E. D., & Sonnenburg, J. L. (2014). Starving our microbial self: The deleterious consequences of a diet deficient in Microbiota-Accessible Carbohydrates. Cell Metabolism, 20(5), 779–786. https://doi.org/10.1016/j.cmet.2014.07.003
  1. Dolan KT, Chang EB. Dieet, darmmicroben en de pathogenese van inflammatoire darmziekten. Mol Nutr Food Res. 2017 januari; 61 (1) doi: 10.1002/mnfr.2016001129.
  1. Bernstein, Ç. N., Blanchard, J., Leslie, W. D., Wajda, A., & Yu, B. (2000). The incidence of fracture among patients with inflammatory bowel Disease: A Population-Based Cohort study. Annals of Internal Medicine, 133(10), 795. https://doi.org/10.7326/0003-4819-133-10-200011210-00012
  1. Davidson, Z., Walker, K. Z., & Truby, H. (2012). Do glucocorticosteroids alter vitamin D Status? A Systematic Review with Meta-Analyses of Observational Studies. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 97(3), 738–744. https://doi.org/10.1210/jc.2011-2757
  1. Ananthakrishnan AN. Vitamin D and Inflammatory Bowel Disease. Gastroenterol Hepatol (N Y). 2016 Aug;12(8):513-515. PMID: 27917088; PMCID: PMC5114499.
  1. Ananthakrishnan, A. N., Khalili, H., Higuchi, L. M., Bao, Y., Korzenik, J. R., Giovannucci, E., Richter, J. M., Fuchs, C. S., & Chan, A. T. (2012). Higher predicted vitamin D status is associated with reduced risk of Crohn’s disease. Gastroenterology, 142(3), 482–489. https://doi.org/10.1053/j.gastro.2011.11.040
  1. Gubatan, J., Mitsuhashi, S., Zenlea, T., Rosenberg, L., Robson, S. C., & Moss, A. C. (2017). Low serum vitamin D during remission increases risk of clinical relapse in patients with ulcerative colitis. Clinical Gastroenterology and Hepatology, 15(2), 240-246.e1. https://doi.org/10.1016/j.cgh.2016.05.035
  1. Fakhoury, M., Negrulj, R., Mooranian, A., & Al‐Salami, H. (2014). Inflammatory bowel disease: clinical aspects and treatments. Journal of Inflammation Research, 113. https://doi.org/10.2147/jir.s65979
Terug naar blog