Hoe cognitieve achteruitgang bij ouderen vertragen?

Hoe cognitieve achteruitgang bij ouderen vertragen?

Inleiding

Het is waarschijnlijk al eens opgevallen dat ouderen achteruit gaan in hun geheugen, aandacht, concentratie, taalvaardigheid en probleemoplossend vermogen. 

Naarmate we ouder worden, wordt het moeilijker om nieuwe dingen te leren. Ook kan het moeilijker zijn om ons te concentreren, iets te onthouden of uit onze woorden te komen. Dit zijn verschillende uitingen van cognitieve achteruitgang. Veel ouderen hebben hiermee te maken en het kan een grote invloed hebben op ons dagelijkse functioneren. 

In dit artikel bespreken we verschillende vormen van cognitieve achteruitgang en wat we kunnen doen om zo lang mogelijk “bij de pinken” te blijven.


Waarom treedt cognitieve achteruitgang op?

Er zijn verschillende factoren die kunnen bijdragen aan de achteruitgang van cognitieve functies bij ouderen, waaronder veranderingen in de hersenen, aandoeningen zoals dementie of beroertes, slaapstoornissen, depressie en gebrek aan lichamelijke activiteit. Er zijn verschillende stappen die je zelf kunt nemen, op vlak van levensstijl, om de cognitieve functies zo goed mogelijk te behouden of verbeteren.


Ziektes die leiden tot cognitieve achteruitgang

Bij cognitieve achteruitgang bij ouderen denken we al gauw aan de ziekte van Alzheimer en dementie. Het is ook belangrijk om even uit te leggen wat het verschil is:

  • De ziekte van Alzheimer is de belangrijkste oorzaak van dementie. Bij ongeveer 60 tot 70% van de mensen met dementie, ligt de oorzaak bij de ziekte van Alzheimer [1]. De ziekte van Alzheimer zelf is eigenlijk vooral een schadelijk proces in de hersenen, waarbij abnormale eiwitten zich opstapelen in de hersencellen. Hierdoor raken de hersencellen beschadigd en als hierdoor veel hersencellen niet meer goed kunnen werken, leidt dit tot klachten van cognitieve achteruitgang, zoals moeite met het vinden van woorden, het herkennen van mensen en voorwerpen, en het uitvoeren van dagelijkse taken.
  • Dementie kunnen we grofweg beschrijven als een blijvende cognitieve achteruitgang die zo ernstig is dat het stoort met het uitvoeren van dagelijkse taken. Dementie kan verschillende oorzaken hebben, zoals de ziekte van Alzheimer (zie hierboven) of het doormaken van beroertes. Als de dementie ontstaat na het doormaken van beroertes, spreken we van “vasculaire dementie” en hier zijn hersencellen beschadigd geraakt doordat ze een tijd te weinig zuurstof krijgen.
  • Een delier lijkt enigszins op dementie, maar het belangrijkste verschil is dat de cognitieve achteruitgang tijdelijk is. Een delier kan ontstaan door een tijdelijke ontregeling van de hersencellen. Naarmate we ouder worden, worden onze hersenen hier meer kwetsbaar voor. Verder kunnen tekorten aan bepaalde vitamines onze hersenen ook meer kwetsbaar maken.

Merk op dat al deze ziektes meer zijn dan “dingen vergeten”. Ouderen kunnen zich veel zorgen maken dat ze dement worden, als ze merken dat ze regelmatig iets vergeten. U bent niet dement omdat u geregeld iets vergeet. Er moeten altijd bijkomende klachten zijn en de cognitieve achteruitgang moet storend zijn in het uitvoeren van uw dagelijkse bezigheden. Als u cognitieve achteruitgang opmerkt bij uzelf of als u zich zorgen maakt dat u dementie hebt, raden we u aan om hierover met een arts te praten en niet met deze bezorgdheid te blijven zitten.


Welke impact heeft cognitieve achteruitgang?

De impact die cognitieve achteruitgang heeft op uw leven, hangt voor een groot deel af van de ernst van de achteruitgang. Het kan gaan van mild tot ernstig. Cognitieve achteruitgang kan ertoe leiden dat u weleens uw weg verliest of verdwaald raakt, dat u sneller geïrriteerd raakt, de draad van een gesprek verliest of u zaken veel herhaalt. Bij ernstige vormen kan het zijn dat u niet meer kunt volgen wat er gezegd wordt of dat u familie of vrienden niet meer kunt herkennen. Sommige mensen met dementie kunnen ook agressief worden. Bij ernstige vormen van dementie kan het zijn dat mensen niet meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen; zij hebben dan hulp nodig bij het eten, wassen en aankleden. Zij kunnen ook moeite hebben met stappen. 

De achteruitgang bij dementie leidt ertoe dat mensen met dementie meer risico lopen om zichzelf te bezeren of verwaarlozen. Momenteel is dementie wereldwijd één van de belangrijkste oorzaken van invaliditeit en afhankelijkheid onder ouderen. Dementie wordt genoemd als de zevende belangrijkste doodsoorzaak, maar het gaat hier om een indirecte oorzaak: doordat mensen met dementie zichzelf in gevaarlijke situaties kunnen brengen en kunnen verwaarlozen. Veel van deze gevaren kunnen we wegnemen met goede zorg. 

Ook op de samenleving hebben cognitieve achteruitgang en dementie een grote impact. Om de grootte van deze impact te bepalen, kijken statistici meestal naar de zorgkosten. Zo zagen zij dat de zorguitgaven voor mensen met dementie de afgelopen jaren fors toe zijn genomen, van 8,6 miljard in 2017 naar 10,6 miljard in 2020 [2]. Volgens ons geeft dit een onvolledig beeld van de maatschappelijke impact van cognitieve achteruitgang onder ouderen. Zoals we hierboven beschreven, is goede zorg voor mensen met dementie van groot belang om te zorgen dat deze mensen zichzelf niet in gevaarlijke situaties brengen en niet verwaarlozen. De zorguitgaven kunnen in de periode van 2017 tot 2020 ook gestegen zijn, omdat de zorg voor mensen met dementie is verbeterd, en niet zozeer omdat het probleem groter is geworden.


Risicofactoren

Zaken die het risico op cognitieve achteruitgang vergroten zijn: hoge leeftijd (>65 jaar), hoge bloeddruk (hypertensie), hoge bloedsuikerspiegel (diabetes), hoge cholesterol, overgewicht of obesitas hebben, roken, overmatig alcoholgebruik, weinig lichaamsbeweging, weinig sociaal contact en depressie.


De impact (gevolgen) van dementie 

Het leven van een persoon met dementie verandert aanzienlijk, de uitingen van de problemen komen in fases van mild naar ernstig. Het begint meestal onschuldig: de weg verliezen of verdwalen, snel geïrriteerd raken of juist opgewonden raken als iets niet lukt. Maar ook het veel herhalen of de draad van een gesprek verliezen. Stelselmatig worden deze onschuldigheden ernstiger: agressie worden, geen herkenning tonen als hij/zij familieleden of vrienden ziet, het moeilijk hebben om te begrijpen wat er gezegd wordt en zelf onverstaanbaar spreken. Met uiteindelijk niet meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen: hulp nodig bij het eten, wassen en aankleden, moeilijk lopen, houvast zoeken via aanrakingen. 

We kunnen stellen dat dementie een enorme impact heeft op de samenleving. De zorguitgaven voor mensen met dementie nemen fors toe, van 8,6 miljard in 2017 naar 10,6 miljard in 2020 [2]


Voeding voor het behoud van cognitieve functies

  • Vitamine B12 & foliumzuur 
  • In 2021 onderzochten wetenschappers [3] de effecten van foliumzuur en vitamine B12 op cognitieve prestaties bij deelnemers met de ziekte van Alzheimer. De deelnemers werden verdeeld in een interventiegroep die foliumzuur en vitamine B12 kreeg en een placebogroep (zij kregen een nep-supplement met geen werkzame stoffen). Na 6 maanden stelden de onderzoekers vast dat de groep die het supplement met foliumzuur en vitamine B12 kreeg, verbeteringen vertoonde in cognitieve functies.

    In een ander onderzoek [4] stelden wetenschappers vast dat een tekort aan vitamine B12 leidde tot versnelde cognitieve achteruitgang. Net als de andere wetenschappers zagen zij dat foliumzuur, vitamine B6 en vitamine B12 zorgden voor een beter behoud van de cognitieve functies. 


  • Vitamine D
  • Ook een tekort aan vitamine D wordt door wetenschappers in verband gebracht met een risico op dementie en de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers ontdekten een verband tussen een ernstige vitamine D-tekort (< 10 µg/ml) en dementie [5]. Dit onderzoek maakte echter niet duidelijk wat de oorzaak en wat het gevolg is.

    Dat een vitamine D-tekort een risicofactor kan zijn voor dementie bleek uit een ander onderzoek [6]. Hierbij volgden wetenschappers 12.388 gezonde deelnemers op, van wie zo’n 2.700 in de daaropvolgende 10 jaar dementie kregen. Zij zagen dat driekwart van de mensen die dementie kregen, een vitamine D-tekort had. Andersom, de mensen die geen vitamine D-tekort hadden, hadden 40% minder risico om dementie te krijgen. Ook zagen de onderzoekers dat vrouwen een groter risico lopen dan mannen, en deelnemers met een donkere huidskleur een lager risico hebben dan deelnemers met een blanke huidskleur. 


  • Mediterrane voedingspatroon
  • Het mediterrane voedingspatroon staat bekend om verschillende gunstige effecten op de gezondheid. Het verschilt van het Westerse voedingspatroon door het gebruik van olie in plaats van boter, verse ingrediënten, vis en wit vlees, en weinig zout en bewerkte producten.

    Wetenschappers hebben daarom ook onderzocht of het mediterrane voedingspatroon ook gunstige effecten heeft op de cognitieve functies [7]. Dit blijkt inderdaad het geval: deelnemers die een mediterraan voedingspatroon volgden, hadden betere cognitieve scores dan de controlegroep. Het interessante was dat de controlegroep het vetarme dieet volgde, dat vaak wordt voorgesteld door artsen aan mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten. Het mediterrane voedingspatroon bleek dus beter dan dit dieet, in ieder geval op vlak van cognitief functioneren. In het onderzoek werden twee varianten van het mediterrane voedingspatroon uitgetest: in de ene variant was de voornaamste bron van vet olijfolie en in de andere gemengde noten. Beide zijn bronnen van gezonde vetten. Voor het behoud van cognitieve functies is het dus beter om gezonde vetten binnen te krijgen, dan vooral zo min mogelijk vetten binnen te krijgen.

    In een laatste onderzoek [8] brachten wetenschappers het eten van veel groene bladgroenten (spinazie, boerenkool, sla, snijbiet, paksoi, rucola, en boerenkool) in verband met een verminderd risico op de ziekte van Alzheimer. 


    Aanbevelingen

    Gebaseerd op de beschikbare onderzoeksresultaten [3-8], doen we de volgende aanbevelingen om je cognitieve functies zo goed mogelijk te behouden. Onze aanbevelingen gaan enerzijds over je voedingspatroon en anderzijds uit het zoeken van voldoende mentale uitdaging, om je cognitieve functies te trainen.

     

    Voeding

    Zorg ervoor dat je voldoende voedingsmiddelen binnenkrijgt die rijk zijn aan vitamine B12, zoals melk, melkproducten, vlees, vleeswaren, vis en eieren.

    Foliumzuur is te vinden in voedingsmiddelen zoals groene bladgroenten (zoals spinazie, broccoli), bonen, noten en volkoren producten.

    Voor voldoende vitamine D is blootstelling aan zonlicht belangrijk, maar je kunt ook voedingsmiddelen consumeren die vitamine D bevatten, zoals vette vis (zoals zalm, makreel, haring), vlees en eieren. Overweeg vitamine D-supplementen, vooral in de wintermaanden of als je weinig buiten komt.

    Een Mediterraan voedingspatroon, met veel groenten, fruit, bonen, noten, volkoren producten, vette vis, wit vlees en zuivelproducten zoals yoghurt en kaas, is gunstig. Gebruik olijfolie als primaire vetbron en eet dagelijks een handje (gemengde) noten. Bovendien verminder je met de inname van groene bladgroenten, zoals andijvie, sla, spinazie, spruitjes en broccoli, het risico op de ziekte van Alzheimer.


    Zoek mentale uitdaging

    Mentale uitdaging kan helpen bij het behoud van cognitieve functies en het stimuleren van de hersenen bij mensen met dementie. Eventueel enkele tips die men kan toepassen:

    • Maak gebruik van puzzels, zoals kruiswoordraadsels, sudoku’s of legpuzzels. Deze activiteiten kunnen helpen voor het probleemoplossend vermogen en concentratie.
    • Speel spelletjes die het geheugen en de concentratie stimuleren, zoals het herinneren van woorden, gezichten of gebeurtenissen. Dit kan het geheugen verbeteren en het zelfvertrouwen vergroten.
    • Moedig het lezen van boeken, tijdschriften of kranten aan, aangepast aan de voorkeuren van de persoon met dementie. Voorlezen kan ook een fijne activiteit zijn.
    • Luisteren naar de tv of muziek kan emoties oproepen en herinneringen terugbrengen. Ook kan het helpen bij ontspanning en het verbeteren van de stemming.
    • Creatieve bezigheden zoals schilderen, tekenen en handwerken stimuleren ook onze hersenen.

    Besluit

    Het behoud van cognitieve functies bij ouderen vereist een brede benadering, waarbij ook onderdelen van de levensstijl hun meerwaarde hebben. Op vlak van voeding, spelen vitamine B12, foliumzuur en vitamine D een gunstige rol bij het behoud van cognitieve functies. Verder is het belangrijk om voldoende mentale uitdaging te zoeken, zoals het doen van puzzels, spelletjes, creatieve bezigheden en lezen.

    In dit artikel hebben we verder gezien dat het mediterrane voedingspatroon en groene bladgroenten beschermende effecten lijken te hebben tegen cognitieve achteruitgang. We sloten het artikel af met praktische aanbevelingen voor een maximaal behoud van de cognitieve functies op latere leeftijd. 


    Bronnen

    1. World Health Organization: WHO & World Health Organization: WHO. (2023, 15 maart). Dementia. https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/dementia
    2. Factsheet Dementie. (2022, 24 januari). Vektis. Geraadpleegd op 13 maart 2024, van https://www.vektis.nl/intelligence/publicaties/factsheet-dementie
    3. Chen, H., Liu, S., Ge, B., Zhou, D., Li, M., Li, W., Liu, Z., Ji, Y., & Huang, G. (2021). Effects of Folic Acid and Vitamin B12 Supplementation on Cognitive Impairment and Inflammation in Patients with Alzheimer’s Disease: A Randomized, Single-Blinded, Placebo-Controlled Trial. The Journal Of Prevention Of Alzheimer’s Disease, 1–8. https://doi.org/10.14283/jpad.2021.22
    4. An, Y., Feng, L., Zhang, X., Wang, Y., Wang, Y., Tao, L., Qin, Z., & Xiao, R. (2019). Dietary intakes and biomarker patterns of folate, vitamin B6, and vitamin B12 can be associated with cognitive impairment by hypermethylation of redox-related genes NUDT15 and TXNRD1. Clinical Epigenetics, 11(1). https://doi.org/10.1186/s13148-019-0741-y
    5. Chai, B., Gao, F., Wu, R., Tong, D., Gu, C., Lin, Q., & Zhang, Y. (2019). Vitamin D deficiency as a risk factor for dementia and Alzheimer’s disease: an updated meta-analysis. BMC Neurology, 19(1). https://doi.org/10.1186/s12883-019-1500-6
    6. Ghahremani, M., Smith, E. E., Chen, H., Creese, B., Goodarzi, Z., & Ismail, Z. (2023). Vitamin D supplementation and incident dementia: Effects of sex, APOE, and baseline cognitive status. Alzheimer’s & Dementia: Diagnosis, Assessment & Disease Monitoring, 15(1). https://doi.org/10.1002/dad2.12404
    7. Martínez-Lapiscina, E. H., Clavero, P., Toledo, E., Estruch, R., Salas‐Salvadó, J., Julián, B. S., Sánchez‐Tainta, A., Ros, E., & Valls-Pedret, C. (2013). Mediterranean diet improves cognition: the PREDIMED-NAVARRA randomised trial. Journal Of Neurology, Neurosurgery, And Psychiatry, 84(12), 1318–1325. https://doi.org/10.1136/jnnp-2012-304792
    8. Agarwal, P., Leurgans, S. E., Agrawal, S., Aggarwal, N. T., Cherian, L., James, B. D., Dhana, K., Barnes, L. L., Bennett, D. A., & Schneider, J. A. (2023). Association of Mediterranean-DASH Intervention for Neurodegenerative Delay and Mediterranean Diets With Alzheimer Disease Pathology. Neurology, 100(22). https://doi.org/10.1212/wnl.0000000000207176
    Terug naar blog